Venijnig staartje?

Hoop vragen. Allereerst, het is mijn doel om te kijken of er met de HLL Sodaqs / Sodaq Air sensors wel fijnstofbronnen zijn op te sporen. Vandaar dat ik het vooral empirisch heb bepaald.

Verder zoeken kost een hoop tijd, en het wordt al gauw een ingewikkelde brei van problemen (en ik ben slechts amateur die al gauw verslaafd is aan het voor mij nieuwe speeltje pandas).

Om even een indruk te geven waar je zoal tegen aanloopt als je verder zoekt:

  • luchtvochtigheid speelt een belangrijke rol,
  • de sensor voor fijnstof is in beide gevallen de sensirion SPS30. Deze sensor is volgens de fabrikant betrouwbaar van 20 - 80% relatieve luchtvochtighed, alhowel de absolute range 0 - 95% is.
  • Voor de luchtvochtigheid gebruikt de sodaq air de SHT31 sensor, voor de snuffelfiets de BME680 (opgave fabrikant). Duik je daar verder in dan ontdek je al snel iets eigenaardigs: beide vochtigheidssensoren zeggen een rh van 0 - 100% te kunnen meten. Maar de snuffelfietssensor komt nooit verder dan 80. Correleer je de sodaq air met de snuffelfiets krijg je het volgende beeld:

Wat blijkt: de snuffelfiets geeft systematisch lagere waarden aan (de richtingscoefficient is hier > 1). Zeg maar waardoor dat allemaal kan komen:

  • softwarefout in snuffelfiets?
  • softwarefout in Sodaq Air?
  • ergens een bug in de api?
  • opbouw van de snuffelfiets zorgt voor lagere luchtvochtigheid door betere luchtdoorstroming?
  • de Sodaq bevat hygroscopische onderdelen die vocht vasthouden en later weer afgeven?
  • verschil in respons van beide sensoren (schijnt voor te komen als je even wat googled)?

Leuk uitzoekwerk, maar nogal tijdrovend.

Dat vochtigheid een rol speelt zie je hieronder: de groene puntjes zijn een luchtvochtigheid > 80, de rode < 80 ( op de Sodaq Air gemeten). Hier wordt de LML / luchtmeernetstation vergeleken met de Sodaq Air 545.

Wat moet je nu doen? De hoge vochtigheidsdata weggooien, lastig, want er is veel data nodig voor een verschilanalyse op basis van windrichting. Dus kom ik terug bij het begin. Op basis van de empirische analyse lijkt het toch dat de afwijking reproduceerbaar is, dus gebruik ik alles.

Overigens, op het moment dat je niet meer zoekt naar bronnen, maar naar absolute waarden, gaat dit vanzelfsprekend wel een rol spelen.